» Reacties

Bij de lancering van de website op 6 april 2021 verschenen artikelen in de Texelse Courant, het Noord Hollands Dagblad, Haarlems Dagblad, de Heemsteedse Courant en de IJmuider Courant. Hierop kregen we verschillende reacties, die de brieven, de beschreven gebeurtenissen en verschillende personen verder inkleuren.


Wouter Veening

Al in een vroeg stadium kregen we (via Gelein Jansen) contact met Wouter Veening, de zoon van Dokter Pieter Veening. Wouter heeft Nel in 2013 en 2014 twee keer ontmoet en maakte daarvan de volgende aantekeningen:

Verslag van gesprek met mevrouw Nel van de Wardt-Kikkert op 18 december 2013

Nel, thans psychiater in ruste te Heemstede, heeft mijn vader als operatiezuster ge-assisteerd bij zijn werk in de april/mei 1945 dagen.

Zij had via haar zuster, mevrouw Ria Holleman-Kikkert, mijn ingezonden stuk in de Texelse Courant van vijdag 23 augustus 2013, waarin ik mijn grote bezwaren tegen het boek “”Oorlogsparadijs”” van Nico Dros had geuit, gelezen, en was graag ingegaan op mijn verzoek om een gesprek, dat via haar zuster geregeld kon worden.

Aan het begin van het gesprek op 18 december vorig jaar in haar huis in Heemstede, liet zij al meteen weten “”Oorlogsparadijs”” een “onethisch boek” te vinden.

Nel – vader van haar en Ria was Texelaar – was vanuit Heemstede tijdens de Hongerwinter in maart 1945 op Texel gekomen, omdat ze nog familie hadden op het eiland, Oom Hendrik en Tante An Kikkert – zij hadden een bakkerij, Weverstraat 12, Den Burg - en de voedselsituatie op Texel natuurlijk beduidend beter was dan in de Randstad. Hoewel de familie Kikkert in Heemstede mede dankzij voedselzendingen uit Texel, die ze ook weer konden delen met anderen, geen honger geleden hebben, was het toch zo dat elk mondje minder om te voeden, meegenomen was!

Nel, een 22-jarige studente medicijnen te Amsterdam, kwam met haar Ausweis tot aan de beurtschipper in Alkmaar, maar voor de verdere tocht naar Den Helder was haar Ausweis niet goed genoeg. Met haar Rode Kruis-insigne (van de padvinderij!), lukte het echter aan boord te komen en Oom en Tante in de Weverstraat te bereiken, nadat ze ‘s-nachts ook nog beschoten waren.

Zij assisteerde mijn vader tijdens de beschietingen van 6 en 7 april, waarbij het Noodziekenhuis precies in de vuurlinies tussen de de Georgiërs en de Duitsers lag. Veel van chirurugsiche werk moest dus op matrassen op de grond verricht worden.
Door haar chirurgische bijstand aan mijn vader heeft Nel nog gedacht om zich later in de chirurgie te specialiseren, maar koos op een gegeven moment toch voor de psychiatrie.

Zij herinnert zich dat op 6 april de Georgiërs riepen dat de bevrijding was gekomen, “de helft van Noord-Holland was al in ge-allieerde handen””, en dat de Binnenlandse Strijkrachten met oranje banden rondliepen.

Echter: Het grootste deel van het dorp was nog in Duitse handen en tussen 3 en 4 uur ‘s-middags werd Den Burg aan de Oostkant van de N-H. Kerk (aan de Westkant lag de Ortskommandantur) beschoten door de Zuid- en Noord-Batterij. Daarop volgde de stormloop van de Duitsers op het dorp en Nel vluchtte van de Weverstraat naar de Nieuwstraat, thans Burgwal, en vond bescherming in een van de kelders aldaar. Veel burgers echter werden slachtoffer van het feit dat de Duitsers altijd eerst granaten in de kelders gooiden alvorens de mogelijke Georgiërs in het huis aan te vallen.

Nel herinnerde zich ook nog de op de Stenen Plaats opgehangen Georgiër. Zij stond mijn vader bij die dagen en sliep in het Noodziekenhuis. Vanuit Den Helder kwam een team onder leiding van chirurg van Driel assisteren.

Toen de Duitsers het ziekenhuis op Georgiërs kwamen inspecteren, zeiden mijn vader en de hoofdzuster dat zij een bepaalde kamer niet binnen moesten gaan, omdat dat daar een patient met difterie lag. De Duitsers waren panisch voor deze zeer besmettelijke ziekte: daar lag natuurlijk een Georgiër!

Nel herinnert zich mijn vader als een plezierig mens met een goede regie.
Na de capitulatie op 5 mei kwam haar vriendje op een fiets met houten banden (!) naar Texel, maar die vond het daar maar saai.

Nadat op 21 mei de Canadezen de Duitsers ontwapend en vastgezet hadden, kregen ze een permit om weer terug te gaan naar Heemstede.