Nel – Texel, 17 april 1945

Dr. Veening heeft een zoon

Lieve
Voor ’t eerst weer even een kleine krabbel voor jou apart erbij, benevens een draad wol als staaltje van de wol die ik hier voor je heb liggen. Het zijn 6 grote knotten en 1 kleinere. Ik hoop dat het naar je zin is.
We hebben hier wat meegemaakt hoor! En nu zit ik weer erg in de rats over jullie. Als daar nu maar niet zo gevochten wordt! Alles trekt die kant op. Hopeloos gewoonweg.
Tine is hier nog niet. Ze zal wel in de Wieringerwaard zitten. ’t Is me een toestand hoor. Enfin, we mogen allang blij zijn als we allemaal levend uit deze rotzooi komen. Dan is al het andere maar bijzaak. Wat heb je eraan of je huis er nog is en je leeft zelf niet meer.
Ze schieten de hele dag op het ogenblik. Je weet niet meer waarvandaan of waarheen. Ze zeggen o.a. ook naar de afsluitdijk.
Terwijl ik zit te schrijven heeft de ouwe kat jongen gekregen. Hoeveel weet ik nog niet.
Dr.
Veening heeft een zoon.
Nu jong ik stop. De hartelijke groeten aanen Willy,
Job,
Bets, soos-lui en andere bekenden en speciaal aan jou of course.
Sterkte verder en een stevige zoen van je
Zussie

Wat heerlijk dat jullie zo leuk voor
Edu
zorgen. Ik hoor steeds over je in de brieven. Mijn hartelijke dank hoor.


vorige brief

Nel – Texel, 14 april 1945

Haar linkerarm is eraf

Deze dagen Zaterdag en Zondag met veel nieuws. Erg geschoten. Gewonden uit De Polder en militairen, dus erg druk.

volgende brief

Nel – Texel, 18 april 1945

Vandaag was het stiller.

Gisteren en vannacht werd er erg veel geschoten, maar ik hoestte nogal en had toen aan Dr. Boswijk Dieovelid gevraagd en gekregen zodat ik heerlijk geslapen heb.